Het Wereldkampioenschap Voetbal (WK) is sinds 1930 het grootste en meest prestigieuze voetbalevenement ter wereld. Elke vier jaar komen landen samen om te strijden voor de felbegeerde wereldtitel. Door de jaren heen is het WK niet alleen een sporttoernooi geworden, maar ook een cultureel en sociaal evenement dat miljarden mensen verbindt.

Geschiedenis van het WK

1930 – 1950: De pioniersjaren

Het eerste WK werd in 1930 gehouden in Uruguay. Slechts 13 landen deden mee, voornamelijk uit Zuid-Amerika en Europa. Uruguay won de finale van Argentinië (4-2) en schreef geschiedenis als eerste wereldkampioen.

Het toernooi van 1934 in Italië liet zien hoe politiek en sport met elkaar verweven konden raken: Mussolini gebruikte het succes van Italië als propagandamiddel. Ook in 1938 (Frankrijk) was Italië de sterkste.

Door de Tweede Wereldoorlog werden de toernooien van 1942 en 1946 afgelast. In 1950 keerde het WK terug in Brazilië, waar Uruguay verrassend de titel greep in de beroemde “Maracanazo”, de nederlaag van Brazilië in het gigantische Maracanã-stadion.

Foto: Eerste WK in Uruguay 1930 Finale - tegen Argentinië

1954 – 1970: Het tijdperk van de legendes

In 1954 won West-Duitsland verrassend de titel door Hongarije, dat toen ongeslagen was, te verslaan in de “Wonder van Bern”. Vier jaar later, in 1958, trad een 17-jarige Pelé op de voorgrond. Hij leidde Brazilië naar zijn eerste wereldtitel. Brazilië domineerde dit tijdperk: ook in 1962 en 1970 werden de Brazilianen wereldkampioen.

Het WK van 1966 in Engeland leverde een ander iconisch moment op: Engeland won zijn eerste en tot nu toe enige wereldtitel, geholpen door Geoff Hurst die als enige speler ooit drie keer scoorde in een WK-finale.

1974 – 1990: Opkomst van modern voetbal

Het WK van 1974 in West-Duitsland markeerde de opkomst van totaalvoetbal, geïntroduceerd door Nederland onder leiding van Johan Cruijff. Hoewel Nederland de finale verloor van gastland West-Duitsland, liet het een blijvende indruk achter. Ook in 1978 haalde Nederland de finale, dit keer tegen Argentinië, maar ook toen bleef de titel net buiten bereik.

In de jaren ’80 schitterden nieuwe sterren: Paolo Rossi leidde Italië naar de winst in 1982, en in 1986 bezorgde Diego Maradona Argentinië de titel met zijn legendarische “Hand van God”-doelpunt én zijn magistrale solo tegen Engeland.

Het WK van 1990 in Italië werd een defensief toernooi, waarin West-Duitsland zijn derde wereldtitel behaalde na een finale tegen Argentinië.

1994 – 2010: Globalisering en nieuwe kampioenen

Het WK van 1994 in de Verenigde Staten bracht voetbal naar een nieuw commercieel niveau. Brazilië won opnieuw, met sterren als Romário en Bebeto. Vier jaar later, in 1998, organiseerde Frankrijk zijn eerste WK en werd meteen kampioen met Zinédine Zidane als held.

Het WK van 2002 in Japan en Zuid-Korea was historisch: voor het eerst werd het toernooi in Azië gehouden. Brazilië won zijn vijfde titel, met Ronaldo als topscorer. In 2006 verraste Italië door in Duitsland de titel te pakken na een spannende finale tegen Frankrijk, die herinnerd wordt aan de “kopstoot van Zidane”.

In 2010 schreef Spanje geschiedenis door in Zuid-Afrika zijn eerste wereldtitel te veroveren. Andrés Iniesta scoorde in de finale tegen Nederland het enige doelpunt. Het was een bittere avond voor Oranje, dat dichtbij de ultieme prijs was.

2014 – heden: Moderne grootmachten en verrassingen

Het WK van 2014 in Brazilië leverde een enorme verrassing op toen Duitsland gastland Brazilië met 7-1 vernederde in de halve finale. Duitsland pakte uiteindelijk de titel tegen Argentinië, dankzij een doelpunt van Mario Götze.

In 2018 verraste Frankrijk de wereld opnieuw door zijn tweede titel te pakken, met jonge sterren als Kylian Mbappé. Het toernooi liet zien dat een nieuwe generatie voetballers was opgestaan.

In 2022, in Qatar, won Argentinië de wereldtitel na een spectaculaire finale tegen Frankrijk. Lionel Messi kroonde zich tot wereldkampioen en completeerde zijn legendarische carrière.

Overzicht met gastlanden, aantal deelnemers en winnaars (https://www.soccernews.nl/competities/wk-2026/geschiedenis/)

Ook alltime topscorers zoals (https://www.soccernews.nl/competities/wk-2026/geschiedenis/)

Geschiedenis WK Nederland

Nederland heeft een rijke maar ook tragische geschiedenis op het WK. Het land behoort tot de grote voetballanden, maar mist nog steeds die ene ultieme prijs. Toch heeft Oranje het toernooi vaak kleur gegeven met innovatief voetbal, grote sterren en de onnavolgbare Oranjegekte.

De jaren ’70: Totaalvoetbal en twee gemiste kansen

Onder leiding van Johan Cruijff, Willem van Hanegem en coach Rinus Michels verbaasde Nederland in 1974 de wereld met het totaalvoetbal: een systeem waarin spelers voortdurend van positie wisselden en de tegenstander werd overlopen met pressing en techniek. Hoewel Oranje de finale verloor van gastland West-Duitsland (2-1), werd de speelstijl legendarisch en een blauwdruk voor modern voetbal.

In 1978 bereikte Nederland opnieuw de finale, dit keer in Argentinië, zonder Cruijff (die om persoonlijke redenen thuisbleef). In de finale tegen Argentinië raakte Oranje in de laatste minuten van de reguliere speeltijd nog de paal, maar verloor uiteindelijk na verlenging. Weer zo dichtbij, maar net niet.

Jaren ’90: Mooie momenten, maar geen finale

In 1994 was Oranje er weer bij, maar strandde het in de kwartfinale tegen Brazilië. In 1998 schitterde het team met sterren als Dennis Bergkamp, Edgar Davids en Patrick Kluivert. Bergkamp maakte in de kwartfinale tegen Argentinië misschien wel het mooiste doelpunt uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis: een magische aanname en afwerking in de laatste minuut. Nederland verloor de halve finale na strafschoppen van Brazilië.

2010: Zo dichtbij…

Het WK van 2010 in Zuid-Afrika was historisch: Nederland won alle wedstrijden tot de finale. Spelers als Wesley Sneijder, Arjen Robben en Robin van Persie stonden in bloedvorm. In de finale tegen Spanje kreeg Robben dé kans om Oranje naar de wereldtitel te schieten, maar Iker Casillas redde met zijn voet. Uiteindelijk scoorde Andrés Iniesta in de verlenging en bleef Nederland voor de derde keer met lege handen achter.

2014: De revanche op Spanje en de penalty-wissel

Vier jaar later revancheerde Nederland zich meteen in de openingswedstrijd met een sensationele 5-1 overwinning op titelverdediger Spanje, met dat beroemde omhaaldoelpunt van Robin van Persie – de “Flying Dutchman”. In de kwartfinale tegen Costa Rica verraste coach Louis van Gaal iedereen door vlak voor de strafschoppenserie keeper Jasper Cillessen te wisselen voor Tim Krul, die vervolgens twee penalty’s stopte. Uiteindelijk eindigde Oranje als derde na winst op gastland Brazilië (3-0).